Altijd leren denken als ondernemer… ook al kom je uit een familiebedrijf...
Op 17 mei 2016 vond er een gastcollege plaats van mevrouw Pramodita Sharma, professor aan de Grossman Business School van de Universiteit van Vermont (VS). Dit op uitnodiging van het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van de hogeschool Windesheim in Zwolle.
Professor Sharma is opgegroeid in een ondernemersgezin. Uiteindelijk heeft zij het bedrijf van haar vader verlaten voor een carrière in onderwijs en onderzoek. Ze heeft inmiddels veel boeken gepubliceerd, waarvan het boek Entrepreneurial Family Firms (2010, Prentice Hall) goed bekend is. Regelmatig adviseert zij wereldwijd allerlei soorten familiebedrijven. Ze is daarnaast redacteur van het tijdschrift Family Business Review.
Professor Sharma is een academisch geschoolde vrouw die belangwekkende zaken over het functioneren van familiebedrijven heel ‘’down-to-earth’’ vertelt. Dit doet zij met een grote mate van (zelf)relativering en scherpe reflecties op de bedrijfsvoering van familiebedrijven. Hierdoor weet zij de verscheidenheid aan beschouwingen over familiebedrijven terug te brengen tot kernachtige proporties. Zo ook in het gastcollege in Windesheim te Zwolle, waar zij mede naar aanleiding van het internationale congres over familiebedrijven én de publicatie van haar nieuwe boek over familiebedrijven haar licht liet schijnen op het steeds terugkerende thema van de bedrijfsopvolging. En dan niet in de zin waarop een doorsnee accountant dit zou regelen. Maar meer in termen van specifieke management development, bij uitstek gericht op succesvolle familiebedrijven. Familiebedrijven die zich (met recht) zorgen maken over hoe de ‘’eigen’’ nieuwe generatie gereed te maken om het bedrijf te leiden. Niet voor niets heet haar nieuwe boek (geschreven samen met Allan R. Cohen) Entrepreneurs in every generation: how succesful family businesses develop their next leaders (Berrett-Koehler Publishers, juni 2016).
Buiten interessante opmerkingen over het onderscheid tussen de ‘’family’’ en de ‘’business/enterprise’’, ‘’hidden champions’’, de levenscycli van familiebedrijven e.d. legde professor Sharma in haar uiteenzetting de nadruk op de ontwikkeling van ondernemingszin. Want ook al kom je uit een ondernemende familie, zit ondernemen mogelijk in je genen dan wel kan je alles qua ondernemen goed ‘’afkijken’’ van vader, moeder, broer, zuster of oom, desondanks dient de volgende generatie van een familiebedrijf eveneens altijd te leren denken als ondernemer, aldus professor Sharma. Het leidinggevende vermogen van de volgende generatie moet volgens haar systematisch te worden ontwikkeld.
De nieuwe generatie van leiders van familiebedrijven moet dan ‘’…leren te worden geleid en tegelijk leren om je eigen ideeën over ondernemen óók te ontwikkelen…’’. Daarom sturen familiebedrijven hun kinderen graag naar andere (familie)bedrijven om daar die belangrijke werkervaringen op te doen, die later van pas kunnen komen bij het leiden van het eigen familiebedrijf. Volgens professor Sharma is daarbij verder van belang dat ‘’gewoontes’’ van het familiebedrijf, mede door die ervaringen van de next generation, worden doorbroken. In elk geval niet klakkeloos worden overgenomen.
Tot slot van haar verhaal brak zij geestdriftig een lans voor het gegeven dat vanzelfsprekende grenzen in het besturen van familiebedrijven moeten kunnen worden verlegd. Anders komen jongere generaties binnen familiebedrijven onvoldoende tot ontwikkeling met nieuwe productideeën en andere innovatieve opvattingen. Kortom, een helder betoog, prettig om naar te luisteren en compact verhaal met grote kennis van zaken. Zeker voor herhaling vatbaar. Goed initiatief van het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van de hogeschool Windesheim in Zwolle. Zie eveneens nummer 8 in rubriek Relevante links op deze website en item nummer 30 van deze rubriek Algelun’s Archief.