Instellen van Ondernemingsraden (OR)
Volgens de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) is bepaald dat ondernemingen bij meer dan vijftig werknemers verplicht zijn om een ondernemingsraad in te stellen. Het initiatief daarvoor komt in principe vanuit de werknemers. Vanwege snelle groei van het personeelsbestand schiet het vormen van een OR er soms bij sommige ondernemingen bij in. De veelal nieuwe medewerkers hebben vaak ook weinig interesse in een OR. Over het algemeen wordt de inwerkperiode, collegiale omgang met elkaar en de plaats en positie in een bedrijf op dat moment van meer belang geacht. Daarna worden werknemers zich wel bewust van hun rechten op medezeggenschap. De vakbonden dringen in dergelijke gevallen o.i. terecht aan op het voldoen aan de wettelijke eis van de WOR. Uiteindelijk neemt een ondernemer zelf het besluit tot het vormen van een OR overeenkomstig de WOR.
Veel, zo niet alles, is goed geregeld in de WOR. Vooral het overleg tussen de ondernemer (bestuurder in de zin van de WOR) en OR, de taken en bevoegdheden, hoe op te stellen als OR en wanneer de zwaarste bevoegdheden van de wet te gebruiken (zoals artikel 25 over adviesrecht en artikel 27 over instemmingsrecht) zijn dan onderwerpen die goed inhoudelijk met elkaar moeten worden besproken. Ook hoe ga je als OR om met gevoelige tactisch-strategische vraagstukken van het bedrijf, hoe voer je een goed informeel overleg met de bestuurder in de zin van de WOR (terwijl hij of zij eveneens gewoon deel uitmaakt van de dagelijkse bedrijfsleiding). Dus naast de formele kanten van het instellen van een OR wordt aan ons bureau ook vaak gevraagd naar de materiële (meer inhoudelijke) kanten daarvan. Op al deze gebieden geven wij gerichte adviezen aan ondernemers (en OR’en) binnen het MKB.
Bij de instelling van een OR luisteren procedures en termijnen zeer nauw. Bovendien is veelvuldig overleg tussen medewerkers, bonden en directie geboden. Hoewel alle partijen het gemis aan een OR voelen (en vaak ook een warme voorstander van de instelling zijn) stroken de wederzijdse belangen vaak niet met elkaar. In veel praktijksituaties moeten wij dan bemiddelen om meer begrip voor elkaars standpunten en denkwijzen te krijgen, hetgeen over het algemeen (vooral indien dit voorspoedig verloopt) een gunstige bijdrage levert aan het komende ‘echte’ (al dan niet informele) overleg tussen OR en ondernemer.
Na de voorgeschreven aanlooptijd vinden de verkiezingen plaats en kort daarna wordt de OR geïnstalleerd. Bij een nieuwe OR is onder het personeel (evenals onder directie overigens) vaak weinig kennis aanwezig van de WOR. Daarom fungeren wij soms in de eerste periode als ambtelijk secretaris om het startproces van de OR te begeleiden en te faciliteren. Na enige tijd functioneert de OR zelfstandig en op eigen kracht.
Dit soort advisering, begeleiding en ondersteuning hebben wij inmiddels verricht voor uiteenlopende ondernemingen binnen het MKB. Variërend van vervoersbedrijven, (geprivatiseerde) muziekscholen, sportaccommodaties tot en met ondernemingen in de metaalindustrie. Al deze organisaties hadden zo hun eigen specifieke vraagpunten rond het installeren en functioneren van een OR volgens de WOR, maar al deze bedrijven onderschreven eveneens de noodzaak daarvan.
Doorlooptijd: ongeveer vier tot zes maanden, e.e.a. afhankelijk van wanneer de onderneming reeds is begonnen met de voorbereiding, vooral met het oog op de wettelijke termijn.
Wijze van honorering: uren maal ons gebruikelijke tarief, soms met een onderling afgesproken limietbedrag, mits goed af te ronden en af te bakenen als project(onderdeel).